Hallo Renate en Annechien,
Deze informatie heb ik toevallig laatst opgestuurd gekregen van Hoofdbestuur NKB, portefeuillehouder cavia's en kleine knagers.
Voor Jan ik zou het zelf geweldig vinden als de Skinny cavia t.z.t. erkend zou worden. En als we een poos verder zijn hoop ik dat een paar liefhebbers en skinnyfokkers ook samen willen pakken op dit gebied. Aleen heb ik de vraag gesteld over of er een mogelijkheid bestaat on de skinny te erkennen daarover is mij op dit moment het volgende medegedeeld:
“De naakt cavia is in Nederland (nog) niet erkend. De vraag is of dit zal gebeuren daar de NKB een bond is voor pelsdieren (konijnen, cavia's en kleine knagers zoals muizen, ratten, hamsters en woestijnratten), en de naaktcavia heeft geen pels.”
Ik wil hierop nog gaan reageren, ik heb het idee dat de skinny en de baldwin als een ras worden gezien…terwijl het twee verschillende typen zijn. Ik vraag me ook af of de statuten hierin niet gewijzigd kunnen worden….bijvoorbeeld i.p.v. pels…ook de mogelijkheden pelskenmerken bij een ras. De Skinny heeft wel haar op neusje poten en geslachtsdeel…..ik snap best dat men in eerste instantie aan een leuk behaard beestje denkt bij een cavia…maar omdat iedere cavia een variant is op de oercaaf…en bijvoorbeeld cavia's met extreem lang haar wel erkend zijn ….hoop ik dat in de verre toekomst hier (skinny erkenning) wel een mogelijkheid voor komt.
Ik dacht plaats onderstaande…dan kan iedereen hier zijn voordeel mee doen..
met een vriendelijk bedankje aan de NKB.
Groetjes Natanya
14 – Richtlijn voor de erkenning van rassen, haarsoorten, tekening en uitmonstering
Deel 2
Cavia’ s en Kleine Knaagdieren
Algemeen
ARTIKEL 1
Elke fokker, aangesloten bij de NKB, heeft het recht een ras, haarsoort, kleur, tekening of uitmonstering voor te dragen voor erkenning. Daarvoor moet de fokker zijn dieren inschrijven en inzenden op de NKB bondstentoonstelling. De inschrijving van de dieren wordt uiterlijk vier weken voor de aanvang van de NKB bondstentoonstelling opgegeven aan de secretaris van de standaardcommissie voor Cavia’s en Kleine Knaagdieren.
De secretaris van deze standaardcommissie toetst de inschrijving aan deze richtlijn en bevestigt aan de inschrijver of de inschrijving al dan niet correct is. Als er geen bondstentoonstelling wordt gehouden moet de NKB, op aanvraag van de fokker bij de secretaris van de NKB, een tentoonstelling aanwijzen.
De algemene vergadering van de NKB stelt op voorstel van het hoofdbestuur een richtlijn vast die regelt hoe in Nederland niet erkende rassen, haarsoorten, kleuren, tekeningen en uitmonsteringen een erkenning kunnen verkrijgen
Er wordt gewerkt met een stelsel van voorlopige en definitieve erkenningen.
4 Het hoofdbestuur van de NKB draagt de uitvoering van deze regeling op aan de standaardcommissie voor Cavia’s en Kleine Knaagdieren overeenkomstig artikel 1 van het reglement. De standaardcommissie regelt de werkwijze en gang van zaken en draagt zorg voor een correcte uitvoering.
De standaardcommissie voor Cavia’s en Kleine Knaagdieren adviseert het hoofdbestuur van de NKB over de erkenningen. Mocht het hoofdbestuur voornemens zijn van dit advies af te wijken in de geest van artikel 4 lid 2 dan treedt zij eerst in overleg met de standaardcommissie voordat een definitief besluit wordt genomen.
De standaardcommissie houdt bij haar beoordeling en besluiten rekening met de aspecten van dierenwelzijn.
Voordat een aanvraag voor erkenning wordt behandeld, peilt de standaardcommissie de mening van de speciaalclub waartoe een voorgedragen ras, haarsoort, kleur, tekening of uitmonstering, na erkenning, gaat behoren. Dit schriftelijke advies van de betreffende speciaalclub, betrekt de standaardcommissie bij haar oordeelsvorming en bij haar advies aan het hoofdbestuur van de NKB. Een afschrift van het advies wordt door de speciaalclub ook gestuurd aan de secretaris van de NKB.
Begripsomschrijvingen
ARTIKEL 2
Buitenlandse dieren zijn dieren die erkend en opgenomen zijn in een standaard anders dan de Nederlandse. Als deze dieren niet zijn opgenomen in de Nederlandse standaard dan worden ze beschouwd als niet erkend in Nederland.
Een nieuw ras is volgens deze richtlijn een dier dat zich onderscheidt van een in de Nederlandse standaard genoemd ras. Dit is te zien aan type, bouw, grootte en/of gewicht en beharing.
Er is sprake van een nieuwe kleur, haarsoort, tekening en/of uitmonstering wanneer een dier:
1.1 niet is opgenomen in de Nederlandse standaard;
1.2 wel is opgenomen in de Nederlandse standaard onder een ander ras van de betreffende diergroep.
4 Een definitieve erkenning van nieuwe rassen wordt in beginsel voorafgegaan door een
voorlopige erkenning.
5 Een definitieve erkenning van nieuwe rassen zonder voorafgaande voorlopige erkenning geldt
voor rassen die zijn opgenomen in de Europese standaard.
6 Een definitieve erkenning van een nieuwe kleur, haarsoort, tekening, uitmonstering wordt
beginsel voorafgegaan door een voorlopige erkenning
7 Een definitieve erkenning van kleur, haarsoort, tekening, uitmonstering zonder voorafgaande
voorlopige erkenning geldt in de volgende situaties:
7.1 wel opgenomen in de Nederlandse standaard bij een ander ras van dezelfde diergroep;
7.2 niet opgenomen in de Nederlandse standaard maar wel in de Europese standaard bij
hetzelfde ras en dezelfde diergroep;
8 Onder een ras wordt verstaan haarsoorten/variëteiten zoals aanwezig en opgenomen zijn in de
Nederlandse standaard en voor iedere diergroep afzonderlijk.
Aanvraag en criteria voor een erkenning
ARTIKEL 3
De schriftelijke aanvraag voor erkenning wordt gedaan door de fokker. De dieren worden ingeschreven en ingezonden op de bondstentoonstelling c.q. aangewezen tentoonstelling onder vermelding van “Voor erkenningâ€. Gelijktijdig wordt aan het tentoonstellingssecretariaat het concept van de standaardbeschrijving gezonden. Deze omschrijving moet voor de sluitingsdatum van de inschrijving op het tentoonstellingsecretariaat zijn ontvangen.
De schriftelijke aanvraag voor erkenning van een in de Europese standaard erkend(e) en opgenomen ras, kleur, tekening c.q. uitmonstering dient vergezeld te gaan van een Nederlandse vertaling van de beschrijving in de Europese standaard.
3 Gelijktijdig en binnen een zelfde termijn als genoemd in lid 1 van dit artikel wordt een afschrift van de inschrijving en van het concept c.q. de vertaalde standaardomschrijving door de fokker gezonden aan de secretaris van de standaardcommissie. Ook kan een advies van de betreffende speciaalclub worden bijgevoegd.
4. Voor het verkrijgen van een voorlopige erkenning van een ras, haarsoort, kleur, tekening en/of uitmonstering moeten worden ingeschreven en ingezonden Nederlandse dieren en ten minste bestaan uit;
een mannelijk dier oud;
een vrouwelijk dier oud:
een mannelijk dier jong;
een vrouwelijk dier jong.
De dieren zijn van een zelfde type, bouw, haarsoort, kleur, tekening en/of uitmonstering. Alle dieren moeten in aanmerking kunnen komen voor ten minste het predikaat V. Een voorlopige erkenning geldt bij; Cavia’s, Tamme Ratten en Mongoolse Gerbils voor een termijn van 2 jaar en voor de overige kleine knagers voor een termijn van 1 jaar. Deze termijnen kunnen voor ten hoogste eenmaal met 2 jaar respectievelijk 1 jaar worden verlengd. Als na afloop van deze tweede termijn nog geen definitieve erkenning wordt verleend dan moet een nieuwe aanvraag voor erkenning worden gedaan.
5 Voor het behalen van een definitieve erkenning na afloop van een voorlopige erkenning zal gedurende de termijn van voorlopige erkenning en aan het einde ervan, ieder jaar op de bondstentoonstelling c.q. aangewezen tentoonstelling dieren moeten worden ingeschreven.
Het voorgaande in dit lid is van toepassing bij een voorlopige erkenning met een termijn van 2 jaar. Is deze termijn 1 jaar, dan zal gedurende het tentoonstellingsseizoen volgend op de voorlopige erkenning, en voorafgaande aan de bedoelde bondstentoonstelling de voor te dragen dieren op een nog andere tentoonstelling een beoordeling moeten hebben verkregen. De verkregen beoordelingskaarten zullen bij de bescheiden, als bedoeld in dit artikel onder lid 3, worden gevoegd en gezonden aan de secretaris van de standaardcommissie.
Ingeschreven en ingezonden per tentoonstelling zullen ten minste 6 Nederlandse dieren en verdeeld over oud en jong, man en vrouw moeten zijn.
Het resultaat per tentoonstelling moet minimaal 2 maal het predikaat ZG zijn en ten hoogste 1 maal het predikaat O.
Voor het behalen van een definitieve erkenning van een ras, kleur, tekening c.q. uitmonstering zonder voorafgaande voorlopige erkenning moeten Nederlandse dieren worden ingeschreven en ingezonden op de bondstentoonstelling c.q aangewezen tentoonstelling
Tenminste 6 dieren verdeeld over oud en jong, man en vrouw moeten worden ingeschreven en ingezonden.
Het resultaat per tentoonstelling moet minimaal 2 maal het predikaat ZG zijn en ten hoogste 1 maal het predikaat O.
Communicatie
ARTIKEL 4
De standaardcommissie deelt haar beslissing, binnen twee weken na haar besluit en binnen
zes weken na de bondstentoonstelling c.q aangewezen tentoonstelling schriftelijk en gemotiveerd
mee aan het hoofdbestuur.
2 Het hoofdbestuur toetst het advies van de standaardcommissie enkel op (procedure regels) zoals vastgelegd in de richtlijn. Na het besluit van het hoofdbestuur, uiterlijk binnen vier weken nadat het advies van de standaardcommissie is ontvangen, vindt publicatie plaats. De genomen beslissing wordt tevens schriftelijk bericht aan:
- de fokker;
- de betreffende speciaalclub;
- de KKV;
- de examencommissie;
- de ROC’s.
- keurmeestersadministratie FK
- de standaardcommissies
Slotbepalingen
ARTIKEL 5
1 Tot wijziging van de “Richtlijn betreffende erkenning van nieuwe rassen en kleuren†kan worden overgegaan door een besluit van een vergadering van het hoofdbestuur van de N.K.B. Dit gebeurt met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het getal van de aanwezigen in die vergadering. Indien in de statuten, het huishoudelijke reglement, overige reglementen of richtlijnen het recht van besluitvorming is toegekend aan de algemene vergadering van de N.K.B., dan kan alleen worden besloten in de algemene vergadering van de N.K.B. , met een gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen, ongeacht het getal van de aanwezigen in die vergadering. Een wijziging van deze richtlijn treedt in werking met onmiddellijke ingang. Binnen zes weken na het in werking stellen volgt publicatie.
2 In gevallen waarin deze richtlijn niet voorziet, beslist het hoofdbestuur van de N.K.B. Wijzigingen en/of aanvullingen op deze richtlijn op de eerst volgende algemene vergadering van de N.K.B. moeten worden bekrachtigd op de eerst volgende algemene vergadering van de N.K.B.
Deze richtlijn betreffende erkenningen is vastgesteld in de algemene vergadering van de N.K.B. d.d.25 juni 2005
De voorzitter;
De secretaris;